Geluid en controle

Door mensen voortgebrachte geluiden waarover we minder of geen controle hebben worden doorgaans als meer belastend ervaren.1 Buren die van tevoren aangeven dat je kunt aanbellen bij geluidsoverlast tijdens hun huisfeest en zeggen dat het feest tot maximaal 2 uur ’s nachts duurt, kunnen doorgaans op meer tolerantie rekenen dan buren die niks over hun aanstaande feest meedelen. Het gevoel enige mate van controle te hebben over een situatie heeft invloed op hoe die situatie ervaren wordt.

Bij de inrichting van een geluidsomgeving moet ook de relatie tussen geluidsmaker en geluidswaarnemer meegenomen worden

Publieke geluiden

In publieke omgevingen, bijvoorbeeld bij weg-, trein- of vliegverkeer, is de persoonlijke controle over de geluidsbron, het volume en de frequentie over het algemeen zeer beperkt. Deze geluidsbronnen zijn weliswaar vaak gebonden aan allerlei regels en wetgeving maar de individueel gehinderde burger heeft hierover weinig zeggenschap. Mensen voelen zich daarom soms niet gehoord, en kunnen niet veel anders dan zich proberen te weren tegen het door hun ervaren lawaai (bijvoorbeeld door ramen dicht te houden of met extra isolatie), elders te gaan wonen, of de overlast lijdzaam te accepteren. Deze beperkte opties dragen bij tot meer geluidshinder, een verminderde leefkwaliteit, een afname van vertrouwen in overheidsinstanties en verhoogde gezondheidsrisico’s. Een niet-akoestische determinant als controle over een geluid(sbron) heeft daarom zeker zoveel invloed op iemands beleving als de eigenschappen van het geluid zelf.

Bij de beleving van geluid spelen redelijkheid en rechtvaardigheid een significante rol

Redelijkheid en rechtvaardigheid

Bij de beleving van geluid spelen redelijkheid en rechtvaardigheid een belangrijke rol. Hoewel het idee rechtvaardig te zijn behandeld geen invloed heeft op het waargenomen geluidsvolume, levert het wel een daling van de beleving van geluidshinder op. Omgekeerd leidt het gevoel onrechtvaardig te worden behandeld tot een stijging van de ervaren geluidshinder, onder andere omdat hierbij iemands behoefte aan respect onvoldoende wordt erkend (Maris 2008: 107).  Een en ander maakt duidelijk dat bij de inrichting van een geluidsomgeving ook de relatie tussen geluidsmaker en geluidswaarnemer meegenomen moet worden. Dit kan leiden tot een paar overwegingen om het gevoel geen controle te hebben over de geluidsomgeving enigszins te beperken:

  • Maak mensen medeverantwoordelijk voor inrichting en beheer van hun geluidsomgeving (zie Deel 7 - Rhapsody in West en Deel 4 - Sociale interactie).
  • Wees transparant en betrek mensen bij de besluitvormingsprocessen aangaande de (auditieve) inrichting van de publieke omgeving.
  • Heb begrip voor de wensen en verwachtingen van mensen en bouw vertrouwen op; een respectvolle benadering verhoogt de tevredenheid en bevordert de acceptatie.

Stel je vraag aan A.I.: Wat is jouw geluidsuitdaging?